Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En zij sperren hun mond wijd op tegen mij; zij zeggen: [36]Ha, ha, ons oog heeft het gezien! 36. Dat is, zo, dat gaat wel; nu zien wij met lust, waar wij lang naar gewenst hebben. Verg. hfdst.22 vs.18 en zie Job 39:28.